Huurders in zowel de vrije als de gereguleerde huursector hebben vaker dan huiseigenaren moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Dat blijkt uit een enquête die onlangs onder circa 1.500 zelfstandig wonende Nederlanders tussen de 20 en 70 jaar is gehouden door Rabobank.
Huurders in de gereguleerde en de vrije huursector geven minder vaak aan dat ze de afgelopen twaalf maanden regelmatig geld hebben overgehouden dan huiseigenaren. Zij hebben daarentegen vaker spaargeld moeten gebruiken voor de vaste lasten of dagelijkse uitgaven, rekeningen te laat betaald of rood gestaan vanwege geldgebrek.
Huurders moeten spaargeld gebruiken
De verwachtingen van respondenten voor de komende twaalf maanden laten vergelijkbare uitkomsten zien. Huurders in beide segmenten verwachten minder vaak dat zij regelmatig geld zullen overhouden. Ze voorzien juist vaker dan huiseigenaren dat ze spaargeld moeten gebruiken voor de dagelijkse uitgaven of vaste lasten, rood zullen staan vanwege geldgebrek en rekeningen te laat zullen betalen vanwege geldgebrek. Tot slot is de kans voor huurders groter dan voor huiseigenaren dat zij zich vaak zorgen maken over geld.
Huurders zien woonlasten vaker stijgen dan huiseigenaren
Dat huurders gemiddeld een groter deel van hun inkomen aan woonlasten betalen dan huiseigenaren, kan onder meer worden verklaard doordat huren vrijwel elk jaar stijgen, mede als gevolg van huurindexering. De lasten van huiseigenaren kunnen – afhankelijk van de hypotheekvorm, het inkomen en de hoogte van de rente – weliswaar ook toenemen. Toch blijkt uit de enquête dat huurders in de gereguleerde sector zes keer zo vaak als huiseigenaren aangeven dat hun uitgaven aan huur of hypotheek de afgelopen twaalf maanden zijn gestegen. Huurders in de vrije sector geven dit zelfs negen keer zo vaak aan.
Uitgaven huiseigenaren gedaald
Huiseigenaren geven juist vaker aan dat hun uitgaven zijn gedaald, vooral vergeleken met huurders in de vrije sector. Huiseigenaren die de afgelopen twaalf maanden extra hebben afgelost, of hun hypotheek hebben overgesloten, geven vaker aan dat hun uitgaven aan de hypotheek zijn gedaald. Verder kan meespelen, hoewel we dat niet hebben uitgevraagd, dat de sterk stijgende huizenprijzen de verhouding tussen de openstaande hypotheekschuld en de waarde van de woning (loan-to-value) verbeteren, waar vaak een hypotheekrentekorting tegenover staat.
Verhouding huren en inkomens knelt
Rabobank zegt tot slot: “In ons onderzoek zien we dat alle huurders, ook die in de vrije sector, financieel kwetsbaarder zijn dan huiseigenaren. Deze resultaten zijn in lijn met onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving naar betaalrisico’s. De uitkomsten van onze studie kunnen erop wijzen dat de verhouding tussen de huren en inkomens knelt. Intussen wijkt een groeiende groep Nederlanders noodgedwongen uit naar de huursector, omdat een koopwoning door de stijgende prijzen steeds verder uit zicht raakt.”